Welke emoties zijn er?

Hoe helderder u uzelf en uw emoties begrijpt, des te meer gaat u houden van dat wat is.
Spinoza

De 8 basisemoties

Goleman heeft de 8 basisemoties als volgt omschreven:

  1. Blijdschap      opgewekt …………….   euforie
  2. Boosheid        irritatie …………………   woede
  3. Angst              zenuwachtig ………..   paniek
  4. Verdriet         teleurgesteld ……….   depressie
  5. Verbazing       verbazing …………….   ontsteltenis
  6. Liefde             genegenheid ……….   adoratie
  7. Afkeer            afkeer ………………….   walging
  8. Schaamte       gène ……………………    vernedering

Wanneer we emoties ervaren, merken we op dat deze positief en negatief gestemd zijn. Zie hieronder de verdeling.

Positieve emoties
Blij Rustig Veilig Vertrouwd Geaccepteerd Geliefd Ontspannen Vredig Energiek Vrolijk Enthousiast Tevreden Sterk Zelfverzekerd Onbezorgd Verbonden Comfortabel Competent Behaaglijk Dankbaar Trots Waardevol Plezierig Hoopvol    
Negatieve emoties
Boos Verlegen Gespannen Verdrietig Zwak Bedreigd Bang Jaloers Paniekerig Gejaagd Ontevreden Onzeker Schaamtevol Gekwetst Gebruikt Verraden Afgewezen Benauwd Woedend Gefrustreerd Vernederd Vijandig Afhankelijk Verloren Ongeduldig Verveeld Nutteloos      

Robert Plutchik heeft van de emoties een emotiewiel gemaakt. Waarin de overstaande emoties tegenover elkaar staan qua betekenis. Naarmate je in de ‘bloem’ naar buiten beweegt wordt de intensiteit van de emotie minder en daarmee verandert de betekenis ook.

Emoties zijn ook echt helpend, op hun eigen manier. Emotiplus heeft dit in heel mooi omschreven.

EmotieWat vertelt deze emotie?Hoe kan deze emotie helpen?
ExtaseDit is beter dan ik had kunnen bedenken.Het versterkt relaties, verhoogt creativiteit en bouwt herinneringen.
VreugdeHet leven gaat goed.Het vergroot creativiteit en connecties, en geeft energie.
SereenEr gebeurt iets dat essentieel, puur of zinvol is.Het geeft hernieuwde energie, maakt connecties, en reflecteert op leren.
LiefdeIk heb een diepe band met deze persoon / deze personen.Het zorgt voor de veiligheid om te groeien en ontwikkelen; het verzorgen van nieuwe generaties.
 
BewonderingIk wil deze persoon of dit ding steunen.Het versterkt de betrokkenheid bij een persoon of idee.
VertrouwenDit is veilig.Je staat open, onder andere om een connectie aan te gaan en een verbond te sluiten.
AcceptatieWe zitten in hetzelfde schuitje.Het helpt relaties bouwen en vormt communities.
NederigheidDeze persoon (of institutie) heeft de kracht om mij veilig te houden.Het beschermt je tegen grotere gevaren.
 
VerschrikkingEr is een groot gevaar.Je zoekt veiligheid voor jezelf en anderen.
AngstIets waar ik om geef loopt risico.Je beschermt waar je om geeft.
OngerustDit kan een probleem worden.Je zoekt naar potentiële risico’s, je negeert het probleem niet.
VreesIets riskants laat zich plotseling zien.Je hebt een snelle reactie op de dreiging.
 
RouwEen liefde is verloren.Het laat ons weten wat we echt willen.
VerdrietEen liefde gaat verloren.Je focust op wat belangrijk is.
BezinningEen liefde is op afstand.Het laat ons belangrijke mensen en dingen onthouden.
BerouwIk ben verantwoordelijk voor iets belangrijks dat fout is gegaan.Je neemt verantwoordelijkheid, bied herstel, groeit als persoon.
 
VerbazingIets is compleet onverwacht.Het helpt je dit moment beter te herinneren.
VerrasingEr is iets nieuws gebeurd.Je hebt meer aandacht voor wat er is.
AfleidingJe weet niet waar je prioriteit aan moet geven.Je let op je prioriteiten.
AfkeuringEr is iets ergs gebeurd of je hebt iets verloren.Je zoekt hulp om met het probleem om te gaan.
 
WalgingFundamentele normen en waarden zijn overtreden.Het geeft je energie om te vechten tegen iets dat je verachtelijk vindt.
AfkeerEr zijn regels overtreden.Je merkt onveilige of foute situaties op.
VervelingDe potentie van de huidige situatie wordt niet gehaald.Je neemt even rust, leert iets nieuws en focust je op wat je controleren in de situatie.
MinachtingIets is slecht of verkeerd en zou bestraft moeten worden.Je benadrukt groepsnormen of regels.
 
WoedeIk wordt van iets essentieels afgesloten.Je valt een obstakel aan.
BoosheidIets staat mij in de weg.Het geeft je energie om door een barrière heen te breken.
IrritatieIets is onopgelost.Je herkent kleine problemen.
AggressiviteitIk moet vechten tegen een toekomstige bedreiging.Je maakt je klaar voor conflict.
 
WaakzaamheidEr komt iets groots aan.Je maakt je klaar, bent voorzichtig en oplettend.
In afwachtingIets verandert.Je kijkt vooruit, naar wat er aan zou kunnen komen.
InteresseEr kan iets nuttigs aan komen.Je hebt meer aandacht en gaat op onderzoek.
OptimismeDe toekomst is beter dan het heden.Je krijgt meer opties, het motiveert je tot actie.